Every year in September (21) France celebrates its heritage. The erstwhile Minister of Cultural Affairs, Jack Lang made several wonderful contributions to the cultural preservation of France -- and one of them was to declare the 'Journee du Patrimoine'.
On this day every city, town, village an smallest of hamlets, celebrates the rich heritage of France -- by giving access to its beautiful and historically precious buildings, gardens and homes. The public is invited into private homes, chateaux, water mills, art collections, -- anything that forms part of the rich French culture, and on this one day, everyone can, free of charge, enjoy and appreciate their history and beauty.
This year, once again, Joris van Grinsven, opened his home, the 12th Century Chateau de Clerans, to the public and in his inimitable "If you are going to do something, don't do it unless you do it well"-kind-of-way with champagne and delicious nibbles on the lawns of the 'courtyard' of the ruined/restored castle.
Joris is an interior architect from the Netherlands and is best known here in the Dordogne for his passion for this beautiful corner of France and for his bold and edgy interors of Chateau les Merles.
In the magazine Leven in Frankrijk', Maartje Laterveer, tells the story of the van Grinsven's:
Wereldreiziger in de Dordogne
De hele wereld heeft hij rondgezeild. Het werd uiteindelijk de Dordogne waar Jan van Grinsven zijn laatste droom gaat waarmaken. Even onder Bergerac kocht hij Château les Merles om er met de hele familie een heerlijk oord van te maken.
Het is al laat in de avond als we de oprijlaan van Château les Merles oprijden. Kaarslicht verlicht de cour en en werpt een flikkerend schijnsel op de zandkleurige stenen van de drie gebouwen die de binnenplaats in een u-vorm omringen. Als we uitstappen dringt de geur van versverbrand hout onze neuzen binnen en worden we verrast door een weldadige stilte. We worden er zelf even stil van.
Even later zitten we voor een knapperend haardvuur met een goed glas, een uitgebreide kaasplank en dochter Karlijn, die alles van het kasteel en zijn historie weet. Het is maar moeilijk voor te stellen dat deze perfect ingerichte ruimte een jaar geleden nog een en al puin onder een ingevallen dak was.
Brabantse gezelligheid
Met een sobere inrichting van Starck-stoelen en houten tafels oogt het restaurant ruim en licht. Twee statige kandelaren staan voor de open haard. Via een authentiek behouden stenen muur loopt het stijlvolle eetgedeelte over in de wat meer informelere brasserie die uitkijkt op een enorme open keuken met blinkend roestvrijstalen apparatuur. De zaak is verlaten nu, maar gedurende de dag was het volle bak. ‘We hebben al veel vaste gasten die regelmatig een hapje komen eten’, vertelt de 28-jarige Karlijn die haar baan in de Amsterdamse evenementenwereld opzegde om het hotel en het restaurant van haar vader in de Dordogne te runnen. ‘Er wonen veel Engelsen en Nederlanders in de buurt die al bijna kind aan huis zijn, maar ook de lokale bevolking laat steeds meer haar gezicht zien.’ Uitzonderlijk, want de Fransen eten toch het liefst bij Fransen. ‘Met kerst en oudjaar hebben we grote diners georganiseerd met live muziek en een speenvarken aan het spit. Onder de gasten waren veel mensen uit de buurt, die onze manier van feesten heel leuk vonden. Aan het eind van de avond stond iedereen op tafel te dansen.’ Brabantse gezelligheid in de Dordogne. Het moet wel een heel bijzondere man zijn die dit kasteel heeft omgetoverd tot een plek waar de Franse boerenbevolking met de voeten op tafel uit haar dak gaat.
De hele familie op het erf
Terwijl we door de nachtelijke stilte naar het hotel lopen in het hoofdgebouw van het 17e-eeuwse kasteel, wijst Karlijn waar zij woont. In het uiterste puntje van de lange schuur waar het restaurant en golfclubhuis zijn gebouwd, heeft ze een appartementje onder het hoge dak. Onder haar woont Judith, haar zus met wie ze de managementtaken van hotel en restaurant verdeelt, met haar man Roeland, die verantwoordelijk is voor de golfclub. De hele familie woont op het erf, met uitzondering van Joris, de broer van Jan die de inrichting heeft ontworpen. Hij woont een paar kilometer verderop.
Oom Joris heeft goed werk geleverd, zie ik in mijn kamer. Zijn Rietveld-achtergrond is zichtbaar in de moderne aanpak met respect voor de oudheid van het gebouw. Zwart-wit is de toonzetting. Strak wit, met een enkel limoenkleurig accent in de lampjes en de antieke Louis XIV-stoel. Zwart zijn de vloeren en de luiken voor de ramen. Luxe en comfort in de badkamer met een Villeroy & Boch-bad en twee separate wastafels op wederom zwartgelakte houten planken die opmerkelijk veel opbergruimte bieden. Een knipoog naar het verleden zit in speelse elementen als spiegeltjes boven het toilet en bidet die ze op een soort troontjes laten lijken.
De perfecte oude dag
’s Ochtends is het leven op het chateau al in volle gang. Golfers druppelen de zonovergoten binnenplaats op. Pater familias Jan loopt met houtblokken te zeulen. ‘Het vuur op het kasteel is mijn afdeling’, verklaart hij zijn gesjouw met een twinkeling in zijn ogen. Even later zit ik met hem aan de stamtafel in de brasserie bij een fors ontbijt. Het was geen grapje: de algemeen directeur van deze reeds goedlopende onderneming is daadwerkelijk verantwoordelijk voor de open haarden en zelfs de kaarsen. En dat is de enige verantwoordelijkheid die hij zich toe-eigent. ‘Mijn kinderen runnen de boel,’ verduidelijkt hij, ‘zij zijn de baas. Niet ik. Zij zijn degenen die de beslissingen nemen. En zo wilde ik het ook. Ik heb hier de perfecte oudedagvoorziening gebouwd’, grapt hij. ‘Straks hoeven mijn vrouw José en ik alleen nog maar te genieten van onze kinderen en kleinkinderen, die om ons heen op deze idyllische plek wonen.’
Tien jaar geleden verkocht Van Grinsven zijn sportkledingfabriek en schafte zich een luxe zeiljacht van 35 meter lengte aan. Daarmee bevoer hij alle wereldzeeën. Goed betalende gasten zorgden voor inkomsten. ‘Maar het ging me niet om het geld. Op de boot merkte ik hoe leuk het is om mensen te verwennen. Elke week was het weer feest en mijn gasten wilden liefst de week erop opnieuw boeken’, zegt hij een beetje weemoedig. ‘Maar ik had José beloofd dat ik het maar tien jaar zou doen. Na die tijd zouden we op zoek gaan naar een chateau in het buitenland. En dat hebben we gedaan. Wel 16.000 kilometer hebben we afgelegd op zoek naar de perfecte locatie. Uiteindelijk vonden we Les Merles hier in de Périgord. Langgeleden al heb ik mijn hart verpand aan deze streek. Veel streken in Frankrijk ken ik op mijn duimpje, maar nergens vind ik het zo prettig als hier. De natuur is prachtig, het is hier rustig, er is vrijwel geen criminaliteit en de mensen zijn enorm lief. Het kasteel was de perfecte locatie om te doen wat we in ons hoofd hadden: een kleinschalig bedrijf opzetten met kwaliteit en gastvrijheid als belangrijkste criteria.’ Dat ze in alle opzichten in beide zijn geslaagd, wordt mij die avond nog duidelijker als we met de familie aan tafel schuiven voor een achtgangendiner in restaurant La Bruyère Blanche. ‘De Witte Heide’, zo heette het schip van Jan.
Uit de moestuin
Niet alleen de familie, maar ook de man die de culinaire ideeën levert, voegt zich bij ons aan de lange tafel bij de open haard. Albert Kooy is een meesterkok die zijn sporen in sterrenrestaurants over de hele wereld heeft verdiend. Zijn filosofie is boeiend: een goede kok kookt niet. ‘Althans nauwelijks’, nuanceert de vriend van de familie. ‘Als de producten goed zijn, hoef je het alleen nog maar af te maken. De pure smaak doet al het werk.’ Voorwaarde voor een goed product is versheid. Voor Château les Merles haalt Albert de ingrediënten uit de biologische moestuin achter het kasteel. Groenten spelen een hoofdrol in zijn kookwijze; een lastige voorliefde in de Périgord, waar de keuken is gebaseerd op wild en ganzenlever. ‘Uiteraard doen we concessies aan de regio’, vertelt Albert. ‘We zouden de lokale keuken geen eer aandoen zonder streekproducten op de kaart. De uitdaging zit voor mij in het verwerken van die producten tot pure gerechten met een minimaal vetgehalte, waarin je de ingrediënten nog proeft. Dat schijnt te lukken, want onze Franse gasten zijn aangenaam verrast.’ Het lichte restaurant oogt aangenaam. Met de harmonieuze combinatie van oud en modern is het een unicum in de omgeving. Een welgeslaagd unicum, waarvoor de credits liggen bij Joris van Grinsven. ‘De geschiedenis van het pand gaat terug tot 1677. Ik wilde deze oudheid behouden in de inrichting. Maar de gasten moeten wel lekker kunnen zitten. Er waren in die tijd nog geen ergonomisch verantwoorde stoelen, dus kom je uit bij een modern design. De balken zijn opgeknapt en de vloer heb ik zo sober mogelijk gehouden, als de aangestampte vloer in oude stallen. Een enkeling vraagt of de vloer nog afgemaakt moet worden, maar er zijn er ook die zo verrukt zijn van het resultaat dat ik hier in de buurt al een paar opdrachten heb om iets soortgelijks bij particulieren thuis te doen.’
Respect voor het oude met concessies aan comfort en kwaliteit; het resultaat mag er zijn en alles klopt. De golfbaan ligt er prachtig bij alsof het landschap nooit anders is geweest, de moestuin lijkt zo uit de Middeleeuwen gestapt en je zou bijna vergeten dat een zwembad niet altijd tot de vaste outillage van een kasteel heeft behoord. Een verrijking van de streek. Een geliefd logeeradres waar iedereen, waar dan ook vandaan, thuiskomt.
Tekst: Maartje Laterveer
Fotografie: Maarten Noordijk
Château les Merles
Tuilières
24520 Mouleydier
Tel. +33 553631342
www.lesmerles.com
Click on Link:
Chateau Lalinde : The perfect venue for your event